Romeinse cijfers hebben een numerieke waarde die onafhankelijk van hun positie in het getal is. De letters V, L en D zijn afgeleid van X, C en M door ze in twee delen door te snijden. De bovenhelft van een X is een V, de onderhelft van een (hoekige) C is een L en de linkerhelft van M is (in gesloten vorm) een D.
Engels
-
Duits
-
Spaans
-
Zweeds
-